dinsdag 5 juni 2012

The sense of an ending

Het is de titel van het jongste boek van Julian Barnes, dat hem de Man Booker Prize heeft opgeleverd. Een medeopvarende heeft het hier vorige week als bijdrage aan de boordbibliotheek achtergelaten.


The sense of an ending - het is een gevoel dat bij me is sinds Rouse, waar we afspraken hebben gemaakt voor straks als we het schip achterlaten
We merken ook dat we aan het eind van de trechter komen, de speelruimte neemt af, de afgedwongen zetten nemen toe. Dachten we eerst nog dat we een stuk over de Zwarte Zee zouden proberen te gaan, van Constanta naar Sulina of omgekeerd, sinds vandaag weten we dat dat er niet in zit. 
Overwegingen als de afhankelijkheid van het weer op zee, de noodzaak dat we over tien dagen in Rouse moeten zijn, de plaats van de laatste bemanningswissel die niet alleen praktisch moet zijn voor het vervoer, maar ook voor de laatste week niet te veel en niet te weinig varen overlaat - ze leiden ertoe dat we zojuist de alfslag naar Constanta zijn voorbijgevaren. We gaan richting Sulina, en keren dan om. 
Na een flink aantal weken van stuurboord-rood, bakboord-groen moeten we dan wennen aan het omgekeerde. En een makkelijke zeventien kilometer per uur wordt een moeizame tien.
The sense of an ending - het betekent ook dat het zinvol is dat iets eindigt. Barnes heeft het over levenslopen, maar het slaat ook op onze Europese rivier-odyssee. Over twee dagen, wanneer Anna Koosje eventjes haar neus in de grote Zwarte Zee steekt, roepen wij Thalassa, thalassa, als de tienduizend van Xenophon die na een barre tocht vanuit het Anatolische hoogland eindelijk de zee bereikten. Jawel, ook de Zwarte Zee. 
Het vooruitzicht geeft nu al voldoening - en dankbaarheid, al is het niet precies duidelijk jegens wie of wat. Ja, Anna Koosje, dat lieve trouwe schip dat nog nooit zo ver weg is geweest en ons zonder één keer haperen heeft gedragen. Ja, alle medereizigers, die in uiteenlopende seizoenen, stemmingen en landschappen ons hebben vergezeld op etappes van deze pelgrimage. Ja, onze echtgenotes, sterk en lief, vrouwen die zeiden "als je vindt dat je dit moet doen, doe het dan."
En voor mezelf sprekend, jegens medeschipper Rob. Nog nooit heb ik acht, straks negen weken met één persoon op in wezen niet meer dan honderdvijftig vierkante meter doorgebracht, en me er de hele tijd goed en gerust bij gevoeld. Zijn intuïtie voor nabijheid en afstand, zijn liefde voor het schip, zijn praktische instelling en vaardigheid - ik heb me wel af en toe voelen tekortschieten, maar zonder hem had deze hele reis nooit gekund. Noem het complimentariteit - hij de praktische dingen, ik het gelul, heb ik wel eens gezegd. En o ja, de ambtenaren, de formulieren en het stempel...
Voorname mensen lieten vroeger getijdenboeken maken. Een bekend voorbeeld is Les très riches heures du Duc de Berry. Daar voel ik me wel bij thuis, de erkenning dat dit très riches heures zijn, une très riche vie.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.