donderdag 29 maart 2012

Toen wij uit Rotterdam vertrokken...

De kop is eraf, we zijn weg uit Rotterdam. Eigenlijk was het de bedoeling dat we pas zondag uit de Veerhaven zouden vertrekken, maar havenmeester Bertus van den Broek liet ons weten dat dat niet zou lukken. Er wordt daar de komende paar dagen een hele vloot grote klassieke schepen verwacht, waar de Anna Koosje zich natuurlijk prima bij zou thuis voelen. Alleen komt het zo vol te liggen dat we er zondag met geen mogelijkheid uit zouden kunnen.



1670
2011
Zo liggen we nu dus in de stadshaven van Wijk bij Duurstede, pal onder de molen van Ruijsdael, die helemaal niet de huidige molen van Wijk is maar een vroeg voorbeeld van stadspromotie. Eigenlijk is dit veel te oostelijk voor de planning, en een beetje te vroeg voor de technische stand van zaken. We verwachten onze Rijnloods Jan Vlietstra pas op 5 april in Nijmegen, en Ton den Breejen, onze onvolprezen elektroinstallateur, moet nog een paar draadjes aan elkaar knopen maar kan dat alleen maandag in Dordrecht komen doen. Zondag komen Jeanne en enkele van onze kinderen aan boord, tot en met woensdag want dan is mijn verjaardag. We gaan dus zondag vrolijk terug naar het Westen, naar de Dordtse Wolwevershaven, en vervolgens waarschijnlijk door via Woudrichem, de Betuwe en dan het Maas-Waalkanaal in.


Met Jan Vlietstra hebben we overigens een paar dagen geleden kennis gemaakt. Het was onmiddellijk een ontmoeting die ons raakte. Jan, net 65 geworden, heeft zijn hele leven in de binnenvaart doorgebracht en juist vorige week! zijn schip verkocht. Na 53 jaar heeft hij nu, zo hij zegt, een huis op het land, met een dak erop, en een tuin. Dat laatste heeft hij snel opgelost door er een flinke partij tegels in te leggen. Maar de rest moet nog heel erg wennen. Hij ziet er eigenlijk wel naar uit om met ons het traject te varen dat hij honderden keren heeft afgelegd, maar nu zonder stress van hoe laat kom ik aan, hoe kom ik aan mijn volgende lading en wat brengt het op. Hij heeft altijd op de oever wel steden en dorpen gezien die er vanaf het water leuk uitzagen, maar tijd om er eens te gaan kijken was er zelden. Nu, met ons, wel.



Gisteren in Rotterdam kregen we nog bezoek. Volluk, klonk het buiten. Dat zal havenmeester Bertus zijn, dachten we, maar die was het niet. Het waren twee mannen van scheepswerf Bocxe, die de afgelopen maanden Anna Koosje met veel liefde en vakmanschap aan allerlei technische voorzieningen hebben geholpen. Onder andere een giek aan de mast, waarmee we een rubberboot snel in het water kunnen laten zakken. Alleen, als de mast gestreken moet worden voor een lage brug of zo, hebben we geen mik waar zowel mast als giek in passen. Die hebben ze nog even snel gemaakt, en die kwamen ze ons brengen. Als vaar-wel. Dus dank, firma Bocxe, een expeditie van een beetje niveau heeft ten minste één sponsor, en u bent onze eerste!

Anna Koosje in Rotterdam

In about a week Ellen and I will board the Anna Koosje near the German border for the second week of her voyage to the Black Sea. I was not expecting to see her before but, after a day of meetings in Rotterdam last week, as I was walking past the marina, I stumbled upon her.


She certainly is a beautiful barge and looks very much like the péniches I used to see in my youth cruising the Seine in Paris, except that she wears a much cleaner and brighter layer of paint and does not carry heavy loads of bulk cargo but rather people who want to chill out in good company on leisurely river cruises.


I cannot wait to get acquainted with the Anna Koosje and her crew, and to cruise on the Rhine to discover a region of Europe yet unknown to me. I will report here my impressions of the trip.

dinsdag 27 maart 2012

Weggaan is een ding - maar hoe komen we terug?

De kaart van Inland Waterways of Europe is in deze blog al eerder langs gekomen als such stuff as dreams are made of. Een van die dromen heeft al een ontnuchterd ontwaken opgeleverd.


Deze reis doet me denken aan wat ooit iemand zei over het speciale karakter van private equity, de bedrijfstak waar ik een aantal jaren in heb meegedraaid. Het is net als inbreken, zei hij - binnenkomen is niks; er goed weer uit komen, dat is de kunst.


Wij hebben ons al vele malen in Odessa gewaand, met het besef dat ergens in noordwestelijke richting, op 3500 kilometer afstand, plaatsen waren als Doorn, Prinsenbeek en Rotterdam, waar we heen heen terug zouden moeten, en wel liefst in gezelschap van de Anna Koosje. Op een goeie dag liep ik met die kaart in de hand naar Rob toe, nadat we het erover gehad hadden dat het eigenlijk niet zo spannend is om heen en terug via dezelfde weg te doen. Rob, ik heb wat ontdekt, zei ik. Zie je dat je bij Bratislava naar het noorden kunt en dan doorsteken naar de Oostzee? Dat gaan we doen!


Rob was eventjes net zo enthousiast als ik. Totdat ik wat meer informatie over mijn gevonden droomverbinding tegenkwam. De naam was niet zo schokkend - het was de Donau-Oder-Elbe verbinding. Een ander feitje van betekenis was, dat de hele verbinding niet bestaat. Op de kaart stond hij rood aangegeven, en dat bleek zoveel te betekenen als "geprojecteerd". Dat blijkt te kloppen. Al 250 jaar worden er plannen gemaakt en zelfs uitvoerend werk verricht, maar het project ligt stil. Zo de website uitlegt, wordt het project gezien als een groot belang voor de Tsjechische Republiek. Als enige van de 27 landen van de Europese Unie heeft dat geen open verbinding, rechtstreeks of via kanalen, met de zee. Omdat vervoer over water aanzienlijk goedkoper is dan over de weg, en de eindprijs van producten op de Tsjechische markt typisch voor 40-60% uit transportkosten bestaat, betekent dit een rem op de economische ontwikkeling van het land.
Heel opmerkelijk is dat er ook gedurende de hele twintigste eeuw aan het project is gewerkt, dus ook onder de communistische regimes. Die lijken zelfs de drijvende kracht te zijn geweest, want in 1989, het jaar dat de Berlijnse muur viel, hield alles op. Dat wil zeggen op het gebied van de uitvoering. Op beleidsniveau schijnt er nog wel van alles te gebeuren, zoals in 2011 een overeenkomst met Polen, waarmee met name de Oder-tak wat dichter bij realisatie lijkt te komen. Die is ook makkelijker aan te leggen dan de verbinding met de Elbe, waarvoor je vanuit de Donau 250 meter omhoog moet en terug omlaag. Voor de Oderverbinding is dat de helft. Op dit kaartje is trouwens mooi te zien hoe kanalenbouwers voor hun graafpartijen over bergruggen heen moeten, maar dan wel de laagste plek opzoeken. De Elbeverbinding zou bij de Moravische Poort een doorsteek maken tussen de Sudeten en de westelijke Karpaten. Voor die naam alleen al zou je er doorheen willen.
Maar het komt helaas niet op tijd klaar voor de terugtocht van de Anna Koosje...


Een andere verbinding waar we naar hebben gekeken, gaat vanaf de Zwarte Zee via de Dnepr door Oekraïne naar het noorden. Je komt daar langs boeiende plaatsen als Kiev, en Chernobyl, en je komt uit in Belarus. Daar ligt een oud verbindingskanaal met de Poolse rivier de Boeg. Van daaruit kom je via de Visla uit in Gdansk, en dan ben je in de Oostzee en bijna weer thuis. Alleen, klein probleempje, er ligt aan de Poolse kant van het Dnepr-Boegkanaal, tegenover Brest, een dam in de rivier. Ik heb het ons kaartenprogramma ook al gevraagd: stel, je ligt in de haven van Brest en je wilt naar Gdansk, hoe doe je dat? Antwoord: via Gibraltar!


Tja, en dan is er nog de Wolga, en zo via Rostov, Volgograd, Saratov, Samara, Kazan en Niznij Novgorod naar Sint Petersburg. Hoe avontuurlijk moet je willen zijn in dit stadium van het leven? Hoe lang wil je weg van huis, waar het ook zo mooi en goed is?


Kortom, zoals al eerder gezegd, het ziet ernaar uit dat we aan het eind van onze reis gewoon de steven keren en weer de Donau op klauteren. "Bergfahrt" noemen de Duitsers dat.

De laatste loodjes voor het vertrek

De spanning begint al aardig op te lopen. Nog een paar dagen te gaan voor we "uit Rotterdam vertrekken", terwijl er toch nog de hele tijd kleine losse eindjes in zicht komen. De CV-brander schoonmaken bijvoorbeeld, dat is een jaar geleden voor het laatst gebeurd, zullen we niet even langs Bunkerstation Papendrecht gaan om het daar te laten doen door de man die het toestel kent. En ruitenwissers, we hebben nu een paar van de knullige dingen die wel heen en weer gaan maar eigenlijk niks wissen - zullen we daar niet even zo'n professionele vrachtwagen- en bussenwisser voor halen. En de installatie van de drinkwatermaker - alles zit er maar de slangen nog niet, wanneer komt "die vent" opdagen, en waar. Allemaal kleinigheden maar ze vragen wel aandacht. En rode diesel, daar mogen we in Nederland mee varen maar in Duitsland niet. Hoe regelen we dat bij de grensovergang?
Dit is niet om jullie bezorgd te maken maar om je met een kleine blik in de keuken een blik te gunnen op de voorbereidingen. Het komt allemaal goed, alleen sommige dingen anders dan we gedacht hadden.
Een paar punten die misschien praktisch van belang zijn.:
  • deze blog ben ik begonnen op basis van "for your eyes only". Dat bleek inlog- en toegangsperikelen op te leveren, dus ik heb hem algemeen toegankelijk gemaakt. Handig voor thuisblijvers en eventueel andere geïnteresseerden
  • De voortgang van de Anna Koosje is via het AIS (automatic identification system) te volgen op http://www.marinetraffic.com/ais/. Vul de scheepsnaam in en je krijgt te zien waar we zijn. Zolang we zelf de AIS zender hebben aanstaan natuurlijk

Verder, hoe gaat het aan boord? Een paar opmerkingen in willekeurige volgorde.
  • een vraag die al enkele keren is langsgekomen - is er wifi aan boord? Ja en nee. Er is inderdaad een wifi netwerk, maar de router ontvangt zijn signaal via een draadloze internetkaart  waarop de gebruikelijk roamingkosten betaald moeten worden. Dus wie niet zijn eigen kaart gebruikt, of er geen heeft, kan op de kaart van de boot terecht, maar wees daar alsjeblieft een beetje zuinig mee. Een extra overweging is dat na een bepaald volume internetgebruik de overdrachtssnelheid wordt afgeknepen, en dat kan vervelend zijn als we ergens even snel informatie van een haven, kade of sluis moeten ophalen.
  • Alle stroom aan boord is 220/230 volt. Telefoonopladers werken dus gewoon.
  • Er zijn geen hutten of privé-verblijven aan boord, dus je hebt kans dat je midden in de nacht iemand in negligé ziet langs lopen op weg naar de badkamer. Of dat je zelf moet. Zorg dus voor een lichte ochtendjas of andere bekleding voor dit soort uitjes.
  • Beddengoed en zo. Wasmachine en droger zijn aan boord, maar elke week alle beddengoed wassen is een beetje veel van het goede. Er zijn goede matrassen, kussens en dekbedden, 2x tweepersoons en 4 x eenpersoons. Als je een hoeslaken, een dekbedovertrek en een kussensloop meebrengt, gaat het allemaal goed. Doe er ook maar een handdoek bij.
  • Voor mensen met veel haar: er is een haardroger, die hoef je niet mee te brengen.
  • Er is geen muziekinstallatie aan boord, en dat willen we zo houden. Niet omdat we een hekel hebben aan muziek, maar omdat smaken verschillen, niet alleen qua stijl maar ook wat betreft aan/uit, wanneer, hoe lang en hoe hard. Wie toch iets wil horen moet dat doen via een iPod of zo.
  • Het is voor ons belangrijk dat jullie Rob en mij niet zien als gastheren, de Anna Koosje niet als cruiseschip, en jezelf niet als passagiers. Er zijn de hele tijd af en aan dingen te bedenken en te regelen, al is het alleen maar wat we eten en hoe we de inkoop doen. Verder moet de boel ook schoon gehouden worden, en wellicht zie je hier en daar zelfs plekken die nodig ontroest en geschilderd moeten worden. Aarzel dan niet , vraag aan Rob of mij waar de spullen liggen en doe er wat aan. Zo maken we er een gedeeld project met een gezamenlijke inspanning van.
  • Voor de lopende huishoudelijke kosten leggen we een gemeenschappelijke pot aan, en benoemen we een penningmeester voor het beheer. Jaarverslagen of financiële verantwoordingen worden niet verwacht, alleen op tijd om aanvulling roepen wanneer de bodem in zicht komt.
  • Check je verzekering, zeker voor de verre trajecten, voor eventuele repatriëringskosten en zo.
  • Paspoorten en visa: behoudens het laatste stuk blijven we binnen de EU. Alleen de Oekraïne ligt daarbuiten, en daar mag je als EU-ingezetene zonder visum in als je paspoort ten minste drie maanden geldig is voorbij de beoogde dag van vertrek.
  • Het gerucht gaat dat er soms en op sommige trajecten veel insecten zijn. Zorg voor anti-muggenspul op basis van DEET, met een zo hoog mogelijke concentratie.
  • Meegebrachte kranten en zo hebben de neiging zich op te hopen. De meebrenger wil ze beschikbaar houden voor anderen, en anderen aarzelen dingen die niet van hen zijn weg te doen. Daarom: wat meer dan twee dagen oud is, kan worden weggegooid.
  • Wees sowieso attent op het rondslingeren van persoonlijke spullen in gemeenschappelijke ruimtes. Het is een flink schip, maar met soms acht mensen aan boord wordt het gauw een rommel. Onder andere omdat het, nogmaals, lastig is de spullen van anderen op te ruimen.

Dan nog nautisch: 
  • we varen vrijwel de hele tijd op grote verkeersaders met veel drukte en strenge regels. Een van die regels is, dat op het dek tijdens de vaart zwemvesten verplicht zijn. Die zijn aan boord, van het lichte, automatisch opblazende soort, dus draag die svp ook.
  • het meeste werk is bij kades, bruggen en sluizen, als er aangelegd moet worden. De Anna Koosje is geen jachtje dat je kunt afhouden. Daarom:
    • nooit handen of voeten tussen wal en schip. Als dat harde stoten oplevert, jammer dan. Er zijn wel wrijfhouten aan boord - de binnenvaartequivalent van stootwillen of fenders. Hang die ertussen.
    • wie klaar gaat staan met trossen: 
      • nooit je voeten erop of in de lus
      • krachten opvangen door trossen op de bolders te laten slippen. Hou je handen daar weg!
      • SLUIZEN! Daar zakt of stijgt het schip ten opzichte van de bolders in de muur of op de kade. Zorg dat de trossen daar altijd vrij kunnen slippen en niet op de bolder bekneld raken. In de stuurhut en op het voorschip liggen scherpe messen om in geval van nood een tros te kunnen kappen.

Nou dit was het ongeveer voor nu. Dit laatste was de laatste dreigende noot van de hele reis, voor de rest wordt het een prachtige vaartocht door midden-Europa, met hopelijk veel gelegenheid om dorpen en steden te verkennen. En natuurlijk de schoonheid van een paar geweldige prachtige rivieren te ervaren!

donderdag 15 maart 2012

Hoe kwamen we op dit idee, en wie heeft ons verder geholpen?

Het idee was er eigenlijk al snel nadat Rob en ik in 2009 aan het Anna Koosje-avontuur begonnen. De aanleiding was een grote kaart die ik al een tijdje in huis had van Inland Waterways of Europe, en waar we een paar glazen whisky op hadden gezet. Of misschien was het meer dat er een paar glazen whisky waren waar deze kaart bij kwam. Hoe dan ook, kaarten leiden tot dromen, en deze ook.
Die Donau zag er erg prominent en aanlokkelijk uit! Maar we hadden de volgorde wat anders bedacht. Aanvankelijk dachten we dat we eerst een jaartje in Nederland zouden varen, om te wennen aan het schip en de vaarwegen. Daarna België, weer een jaar later misschien richting Berlijn en de binnenwateren van Mecklenburg Vorpommern. Vervolgens misschien een jaartje of twee Frankrijk. En dan, als we echt gebreeuwde en geteerde binnenvaartschippers zouden zijn, dan zouden we Het Grote Project aanvatten van Rijn, Main, Donau en Zwarte Zee.
Tot we elkaar een keer aankeken en vaststelden dat we allebei boven de zestig zijn. Zo'n lange aanloop zou jaren kosten. Tegen de tijd dat we qua ervaring klaar zouden zijn voor de grote sprong, zouden we het fysiek of mentaal misschien niet meer aankunnen. Dus zo viel het besluit: de grote dingen gaan we eerst doen, de kleine dingetjes bewaren we voor als we oud zijn. Odessa here we come, en wel in 2012!

Al snel kwamen we, bij de boekpresentatie van een vriendin, Klaas van der Vloed tegen. Klaas en ik hadden elkaar ooit ontmoet, meer dan dertig jaar geleden, toen we nog hitsige zakentypes waren. Of, om eerlijk te zijn, toen ik het nog was en niet goed keek of de man tegenover me misschien een aardige vent was. Maar dat verleden loste op als mist op een zomerochtend, toen Klaas vertelde dat hij met zijn schip,  de motorsleper m/s Alberdina, al jaren geleden een grote tocht had gemaakt - jawel, via Rijn en Donau naar de Zwarte Zee.

We zochten Klaas, zijn Mariet en de Alberdina op in het Oosterdok, de museumhaven van Amsterdam, toen we daar met de Anna Koosje een keer als gast lagen. Zij hadden niet alleen de tocht gemaakt, sterker nog, ze waren weer terug ook, via de Middellandse Zee, de Rhône, de Saône, de Maas en het IJ. En ze zagen er gezond, gelukkig en voldaan uit.


Alberdina in Turkye, Fethye
De Alberdina is van 1937, zes jaar jonger dan de Anna Koosje, bijna 17 meter lang, en er staat een prachtige langzaamlopende Bohn & Kahler driecilinder dieselmotor in. Het schip is eigenlijk een soort drijvende krachtcentrale die rond die motor is gebouwd. Het weegt dan ook 73 ton en steekt daarmee twee meter diep. Dat maakt een heel verschil voor wat voor zee en water je aankunt, zijn we langzamerhand aan het ontdekken. De Anna Koosje is van huis uit een vrachtschip, dat tegenwoordig behoudens een boordbibliotheek en een verzameling drankflessen leeg vaart, en dus hoog op het water ligt. Achter steken wij ongeveer 1,30 meter, en aan de voorkant niet veel meer dan 35 centimeter. Op groot, open water dus een dwarrelend blad, en dat heeft consequenties voor de plannen die we kunnen maken. Daar staat natuurlijk tegenover dat wij in ondiepe geulen en stromen kunnen komen waar een ander niet terecht kan.
Klaas heeft ons van eindeloos veel tips en suggesties voorzien, over technische uitrusting, kaarten, almanakken en culturele do's en don'ts. En een visum hebben we alleen nodig als we Moldavië in willen, de andere landen zijn voor Europeanen vrij!


Berezina thuis in Haarlem
Een ander schip dat ons is voorgegaan, in 2007, was de Berezina. Dat is ook een sleepboot, in 1908 gebouwd. Het schip is 20 meter lang, een kwart meer dan de Alberdina dus, maar weegt 30% minder: 50 ton. Dat komt doordat de oorspronkelijke zware motor er niet meer in zit; die is vervangen is door een hyper-efficiënte moderne kleine snelloopdiesel. Dat zie je ook aan het plaatje hiernaast: achter de patrijspoorten in de romp zat vroeger, midden in het schip, de motorkamer. Nu is het verblijfsruimte. Vroeger lag het schip natuurlijk overeenkomstig dieper in het water.
De Berezina is omgebouwd tot energiedemonstratieboot van de stichting Fair Nature, wat vooral een initiatief is van de eigenaars van het schip, Ewald en Monique Vonk. Kijk maar eens op de site van hun stichting. Veel reclame, maar ze hadden dan ook veel sponsors en vrienden georganiseerd!
Hun plan was, met de Berezina naar de Berezina te varen, maar zo ver zijn ze niet gekomen. Wel tot aan het eind van de Donau, en later volgens de zelfde route weer terug.
Zij vertelden ons dat Donaukaarten van de bovenloop jarenlang goed blijven, maar dat de benedenloop een gebied is met stromen en geulen die de hele tijd veranderen. De kaarten en de betonning veranderen niet noodzakelijk mee, zodat zij een keer  op een zandbank terecht kwamen die midden in de betonde geul was gaan liggen! Het is daar hoe dan ook zaak, te blijven letten op rimpelingen en stroompatronen in het water. Eigenlijk dus net als op het Wad!
Ook gaven zij alvast aan waar de douane en de grenspolitie bij voorbaat aanstoot aan nemen. Gastlandvlaggen altijd stipt en onmiddellijk na een grensovergang hijsen; en inklaren/aanmelden altijd bij de eerste haven waar je langs komt. En uitklaren/afmelden dus ook aan de andere kant. Daar heeft een plezierjacht minder last van, maar voor ons is het handig, beroepsvaart te zijn. Dan moeten we ons ook zo gedragen.


En verder is er Lambert Schonenberg, een gepensioneerde schipper die veel voor Damen Shipyards heeft gevaren. Hij reageerde op een advertentie die we in de Binnenvaartkrant hadden gezet toen we op zoek waren naar iemand met de vereiste Rijnpapieren. In die advertentie stond dat het om een "luxe motor" ging - dat is de generieke aanduiding voor ons soort schip, niet, zoals mijn broer Arie ooit dacht, een Honda Goldwing. Lambert vertelde dat hij dezelfde tocht had gemaakt, ook met een luxe motor, die hij in Venetië moest afleveren. Vooral het laatste stuk interesseerde me - hoe is het met een luxe motor op groot water?
De Anna Koosje is gebouwd voor wateren als de Oosterschelde toen die nog niet was afgesloten. Daar kon het, zeker bij westenwinden, flink spoken - een trechtervormig zeegat met veel weerkaatsende golven en een lage wal, ga maar na. We hebben daar ook wel foto's van, zoals die hiernaast. Vol geladen met pakweg 120 ton suikerbieten of zo, ligt het schip diep en stabiel in het water. Dan kun je ook de Middellandse Zee wel aan. Dat kon de apostel Paulus tenslotte ook, al heeft hij sommige trajecten afgelegd als schipbreukeling op een dekluik...


"Ik zou het niet doen", zei Lambert, en hij spreekt uit ervaring. "Het kan op de Middellandse Zee heel mooi en kalm zijn, maar het kan er ook hard spoken. Je moet er dus mee rekenen dat je misschien wel drie weken verwaaid in een haven ligt te wachten op gunstig weer. Als je golven op de kop hebt, tillen die je hoog op en daarna smak je weer neer. Het schip stampt dus hard. Bij golven op de flank moet je rekenen met rollende bewegingen van wel 30 graden uit het lood, en dat dus beide kanten uit. Als je het al doet, moet je in ieder geval het hele interieur zeevast maken, en is het zeker niets om passagiers of gasten mee aan boord te hebben."
Maar niet alleen kan het belastend zijn voor de mensen aan boord. Op Lambert z'n schip is door het golvengeweld een van de spanten gebroken...


De dag na mijn gesprek met Lambert zei Rob, aan wie ik nog niks verteld had: "Ik zie ons aan het eind van de Donau gewoon rechtsomkeert maken." Gek, ik was het zonder discussie onmiddellijk met hem eens.
(Al blijven de Wolga en Sint Petersburg wel lokken, net zoals eerder ook de Zwarte Zee...)


Lambert vindt trouwens het laatste stuk Donau, na Roese, een kaal, saai en oninteressant stuk. Vlak, veel kreken en stromen, alleen maar moeras en bos aan de kant, verder niks te beleven. Ewald en Monique van de Berezina waren juist totaal verrukt van dat traject - het mooiste stuk natuurgebied van de hele reis.
Grappig, zulke verschillende perspectieven.

dinsdag 13 maart 2012

Rob's credo, anno 2009

Toen Rob en ik in 2009 bezig waren verliefd te worden op de Anna Koosje, heeft hij in een spontane bui een soort beginselverklaring op papier gezet. Het is een mooie melange van ratio en gevoel, van praktisch en ideëel.
De verliefdheid op Anna Koosje heeft zich intussen ontwikkeld tot een vaste relatie (à trois, en misschien wel meer, she's quite a lady!) maar de uitgangspunten deugen nog steeds. Hier zijn ze:
ANNA KOOSJE  
Gedachten bij het samengaan en leven met het motorschip Anna Koosje.  
Inleiding 
Het weerzien van het schip op 3 oktober 2009 gaf een aangenaam gevoel van blijheid. Ook de eerste reacties van Karin en Pleun waren leuk en positief. Dat gevoel is in de loop van de dag zeker niet minder geworden. Als we hiermede verder gaan is het terecht wat ideeën op papier te zetten over hoe nu verder met de gedachte van “one owner, two captains”. Gelukkig kunnen we terug kijken op een leven waar veel ervaringen zijn op gedaan en waarbij het bootleven niet onbekend is.  
Overwegingen -         
We hebben veel dingen in het leven te leen en dienen er als goed rentmeester mee om te gaan.
-         De Anna Koosje is voor onze geboorte gebouwd en zal hopelijk nog lang na ons bestaan.
-         Wat goed is voor het schip is goed voor de opvarenden.
-         Aan boord ontmoet men elkaar in vriendschap om te genieten van wat het schip en het water ons te bieden heeft, om maatschappelijk relevante dingen uit te wisselen, om plezier te hebben en met- en bij- elkaar betrokken te zijn.
-         Dit was al zo op de Alcedo. Het aan boord zijn is een vorm van deelbezit. Je bent geen gast of bezoeker, tenzij je als zodanig bent uitgenodigd.
-         Respect naar elkaar en overleg zal aan de basis van ons samenwerkingsverband moeten staan. De ander kan het nooit verkeerd bedoelen.
-         Het in wederzijdse samenwerking en afhankelijkheid dingen voor elkaar krijgen is gebaseerd op synergie, win-win en proberen eerst te begrijpen voor dat je zelf begrepen kunt worden (Covey).  
 Missie  
Het moet voor iedereen die op de Anna Koosje komt en/of meevaart plezierig zijn om daar te vertoeven, te werken, te verblijven, te overnachten en nautisch bezig te zijn. Alles wat dit dient is goed en zo niet wordt het verwijderd of aangepast. Enige vorm van inschikkelijkheid betekend je dienstbaar opstellen ten behoeve van de gezamenlijkheid zonder dat het pijn doet.  

Praktische uitvoering  
Of ik met het voorgaande alle situaties betreffende jullie en ons potje sambal kan oplossen weet ik niet. Je komt wel een heel eind. We zullen moeten praten over bedden en beddengoed. Bezoekers nemen hun eigen spullen mee, maar er is altijd wel wat aan boord. De keuken heeft een soort ijzeren voorraad aan peper, zout kruiden, rijst, macaroni e.d. Bij vertrek gelieve aan te vullen, vooral het toiletpapier. Techniek gaat vanzelf en wordt in een logboek bijgehouden. Er wordt sowieso een logboek bijgehouden. Aanpassingen gebeuren alleen in overleg, lijkt mij. Veel details zullen met name worden vastgesteld als Johan en ik, eventueel met nog wat anderen in het begin intensief gaan oefenen. Over de variabele kosten van het verblijven en varen moeten we spreken. Zoals ik me kan voorstellen over veel dingen nog te spreken. Het gevolg zal dan wel zijn dat er lijstjes gemaakt worden. Dat wordt een stuk gemakkelijker als het voorgaande ons allen aanspreekt.  
Rob van der Meulen, Prinsenbeek, 4 oktober 2009

13 maart, bemanningslijst is klaar, Anna Koosje nog niet helemaal

Anna Koosje gaat naar de Zwarte Zee, en er zijn heel wat vrienden van haar, Rob en Johan die dat willen meemaken. De vertrekdatum, 1 april, is nog maar 2 1/2 week weg, en er begint een soort spanning voelbaar te worden. Rob is vandaag naar de werf in Delft (alweer, hij logeert er bijna) om te zien hoe het gaat met de installatie van de rivierradar, de inbouw van de dieptemeter en nog een hele serie andere klussen die moeten gebeuren voordat Anna het technische rijncertificaat kan krijgen. Dat is verplicht, anders mogen we de (Duitse) Rijn niet op. Dat is de drukste vaarweg van Europa, echt een slagader voor het vervoer over water, en ze hebben er een hekel aan als daar schepen in de geul zinken of overdwars komen te liggen. Wij trouwens ook. Vandaar een heel pakket preventieve technische eisen. Op zich natuurlijk ook mooi voor schippers en opvarenden, want het betekent dat er een inspecteur aan boord komt die echt weet waar hij naar moet kijken. Als zo'n man groen licht geeft, geeft dat een extra gerust gevoel.
We gaan tien weken uittrekken om van Rotterdam naar de Zwarte Zee te komen, hebben we ooit over de duim geschat, en op die basis hebben we vrienden en bekenden uitgenodigd om aan te monsteren. We begonnen met een enorme lijst van mensen die ooit hadden gezegd dat ze het interessant vonden, en daaruit is door een soort alchemistisch proces een concentraat ontstaan van een elitegezelschap. Zoiets als de reisgenoten van Jason die met het schip de Argo het gulden vlies uit Colchis gingen halen, of stelen, afhankelijk van je perspectief. 
Dat levert trouwens voor de opvarenden een eerste tip op. Breng prikkelende, spannende boeken of verhalen mee, en maak die boeiend voor je reisgenoten. Griekse Mythen en Sagen van Gustav Schwab komt zeker in de boordbibliotheek, en ook Donau, biografie van een rivier van Claudio Magris. Een van de boeiende aspecten van deze reis is dat we uit Germaans Europa komen, tegen stroom en via talloze sluizen de rug van het continent op klauteren, en via de Slavische sfeer uitmonden in wat ooit de koloniale en handels-achtertuin van de Grieken was. Wat is Europa, met zijn eeuwen van schoonheid en van gruwelijkheden, toch een unieke vlek op de wereldbol! En daar gaan wij als het ware van binnenuit, terwijl we een paar van zijn grootste slagaders bevaren, een induk van krijgen!
Maar over die verschillende sferen - al snel na de Nederlands - Duitse grens komen we aan stuurboordzijde langs Xanten. Volgens de overlevering stond daar ooit, aan de oever van de Rijn, het slot van de Duitse oerheld Siegfried. Het is dat we geen geluidsapparatuur aan boord hebben, anders zou dat toch aanleiding zijn om delen van Wagner's Ring des Nibelungen door het ruim te laten rollen! We zullen het moeten doen met een collectie Germaanse mythen en sagen. Wie brengt ze mee, en wie vertelt erover?
Want dat was in de pre-moderne tijden, waar we ondanks de vracht techniek aan boord toch een beetje proberen en smaak van te krijgen, toch de manier waarop je van mens tot mens elkaar leerde kennen. Toen Odysseus aanspoelde op het eiland van de Phaiaken kreeg hij eerst droge kleren, onmiddellijk gevolgd door de uitnodigende vraag "Vertel ons je verhaal". Verhalen, daar gaat het om. Wie zijn verhaal vertelt, al dan niet opgesmukt met draken en jonkvrouwen, laat meer van zichzelf zien dan wie het wil hebben over de laatste politieke controverse. Het mooie van verhalen is ook dat ze naast elkaar kunnen bestaan. Als ik mijn verhaal vertel, hoeft het jouwe niet van tafel. Dat is met standpunten heel anders.